Legende
Er wordt gefluisterd dat het onder de fundering van het Oude Huis te Leuvenum zich het koninkrijk bevind van een Elfenkoning en koningin met hun elfenvolk. Zij hielden toezicht op de balans tussen goed en kwaad en beschermden de handelsreizigers tegen wilde dieren en struikrovers. Met het strooien van een klein beetje toverpoeder, schenen zij kwaadaardige intenties weg te nemen en zelfs gevoelens van onvoorwaardelijke liefde te kunnen bewerkstelligen.
Dit kwam een de kwaadaardige baron (met de bijnaam “Zwarte Baron”) van een nabijgelegen kasteel ter ore. Hij wilde de toverkracht van de elfjes aanwenden om een schone jonkvrouwe de zijne te maken. Zij wilde namelijk niets van hem weten, daar de baron op zijn zachtst gezegd onmenselijk was.
Rondom het middernachtelijk uur, op de dag dat de lente overging in de zomer, wist hij de elfenkoningin te ontvoeren. Wat hij niet wist was dat de toverkracht alleen werkte wanneer de koning en de koningin gezamenlijk hun poeder strooiden. Om haar gemaal niet in gevaar te brengen zei de koningin niets. De koning was radeloos en verloor alle hoop zijn gemalin ooit terug te zien. Na drie maanden kleurde hij de bladeren van de bomen diep rood om zijn liefde voor haar te uiten. De zoektochten van het elfenvolk haalden niets uit. De koningin was onvindbaar. De bomen verloren hun bladeren. De koning dreigde te bezwijken aan een gebroken hart. Met zijn laatste beetje toverkracht toverde hij op 21 december een dik pak sneeuw. Daar waar de koningin zat gevangen smolt de sneeuw meteen weer weg. Haar liefde was zo sterk en warm dat geen sneeuwvlokje bleef liggen. Toen werd zij snel gevonden. De baron besefte ineens dat echte liefde onoverwinnelijk is en barstte in tranen uit. Hij werd vergeven.
De Baron veranderde. Hij doneerde al zijn bezittingen aan de armen en verliet zijn kasteel. Hij betrok een boerderij in Leuvenum om daar de handelsreizigers veilig onderdak te bieden en een goede maaltijd te serveren.